Samenvattend weten we nu dat er een drietal localisatiemechanismen een rol spelen: interaurale tijdsverschillen (ITD's), interaurale intensiteitsverschillen (ILD's), en spectrale vervorming door de oorschelp (HRTF's).
In de hersenen worden deze drie localisatiecues aanvankelijk gescheiden verwerkt, door een drietal kernen in de hersenstam: de MSO voor ITD's, de LSO voor ILD's, en naar tegenwoordig wordt vermoed: in een gedeelte van de Cochleaire Nucleus voor de HRTF's (maar hoe de cellen in de CN dit precies doen is nog niet duidelijk).

De ITD's zijn alleen betrouwbaar voor de lagere frekwenties (tot ongeveer 1.5 kHz), terwijl de ILD's en de HRTF's alleen positie-informatie bevatten voor de hogere frekwenties (boven ongeveer 3 kHz).

De ILD's en de ITD's leveren complementaire informatie op voor de positie van de geluidsbron in een horizontaal (azimuth) vlak. De HRTF's bevatten alleen richtingsinformatie over de verticale (elevatie) hoek van de geluidsbron.