Stel je een groot meer voor, waarin vanalles gebeurt. Er varen boten in (kleine, grote, snelle,
langzame, etc.), er wordt in gezwommen, er landen vogels op, springen kikkers in, enz. Ook waait
de wind af en aan. Al deze activiteiten veroorzaken golfbewegingen van het water, die zich over het gehele meer verspreiden.
Nu mag jij twee smalle kanaaltjes graven aan de waterkant, zodat daar water in kan lopen, en op het
water in die kanaaltjes mag je twee vliesjes (plastic zakjes) spannen. Door de bewegingen van het water
zullen die vliesjes dus ook op en neer bewegen. Door alleen maar naar de bewegingen van deze vliesjes
te kijken moet je nu proberen af te leiden wat er allemaal op het meer gebeurt (hoeveel boten? wat
voor boten? waar zijn ze? etc. etc.).
Het is niet moeilijk om in te zien dat dit een ongelooflijk moeilijk probleem is! Toch is dit
ongeveer wat ons auditief systeem moet doen! Het 'meer' is dan de ons omringende lucht waarin
vanalles gebeurt, de 'kanaaltjes' zijn onze gehoorgangen, en de 'zakjes' zijn onze
trommelvliezen. De 'waarnemer', tenslotte, is ons brein...... Ondanks deze ontzaglijke problemen,
kunnen mensen i.h.a. moeiteloos verschillende geluiden identificeren
en localiseren, zelfs onder moeilijke omstandigheden zoals bijv. op een lawaaierig feestje! |