Hoe werkt geluidslocalisatie?

In mijn laboratorium onderzoeken we o.a. hoe de hersenen de richting van een geluidsbron kunnen bepalen. Dat doen we in de experimentele meetopstelling die U hier links ziet. In het dagelijks leven staan we er meestal niet zo bij stil, maar als je er even over nadenkt is het helemaal niet zo vanzelfsprekend dat geluidslocalisatie zomaar mogelijk is.
Om te kunnen begrijpen waarom het interessant is om hier onderzoek naar te doen, is het belangrijk om in te zien dat de hersenen aanzienlijke problemen tegenkomen, die eigenlijk al ontstaan bij de eigenschappen van het geluid zelf. Maar daarmee houdt het niet op: ook de verwerking van het geluid in het slakkenhuis en de hersenen zélf ontmoet een aantal bijzondere problemen.

Op deze website zal ik deze problemen één voor één behandelen, en aan de hand van animaties en illustraties proberen te verduidelijken. Ook zal ik laten zien in hoeverre mijn onderzoek tot nu toe heeft bijgedragen aan de huidige kennis over dit onderwerp.


Onderwerpen:
Wat is er zoal bekend over geluidslocalisatie?
1. Wat zijn geluidsgolven? 2. Geluid bestaat uit tonen: het spectrum
3. De grote uitdaging voor het auditief systeem 4. Water
5. Tonotopie (ofwel: het slakkenhuis) 6. Localisatie en identificatie van geluid
7. Speciale eigenschappen van geluid 8. Tijdsverschillen tussen de oren
9. Hoe meten hersenen tijdsverschillen? 10. Hoe gaat dit voor verschillende frekwenties?
11. Luidheidsverschillen tussen de oren 12. Hoe meten hersenen luidheidsverschillen?
13. Binaurale verschillen zijn niet voldoende 14. De oorschelp als richtingsgevoelige 'antenne'
15. De 'oorafdruk' 16. Samenvatting van de localisatiecues
Wat heeft ons onderzoek bijgedragen aan kennis over geluidslocalisatie?
1. Hoe meten wij geluidslocalisatie? 2. Voorbeelden van localisatieresponsies.
3. Hoe kwantificeren wij geluidslocalisatie? 4. Voorbeelden van localisatiegedrag: regressie.
5. Het stimulus-respons netje. 6. Kunnen blinden beter geluiden localiseren dan zienden?
7. Kunnen éénzijdig doven richting horen? 8. Moet geluidslocalisatie worden geleerd?
9. Wat is het fundamentele probleem met de oorschelp cues? 10. Hoe kan het auditief systeem dit probleem omzeilen?
11. Wat gebeurt er als beide oorschelpen worden veranderd? 12. Wat gebeurt er als maar één oorschelp wordt veranderd?
13. Wat gebeurt er als je een plug in je oorkanaal krijgt? 14. Hoé kan het auditief systeem leren localiseren?
15. Speelt het visueel systeem een rol bij dit leren? 16. Wat gebeurt er als je de oren 'omdraait'?
17. Waarom is verwerking van het geluid alléén niet
voldoende voor een nauwkeurige localisatierespons?
18. Waarom is de oogstand belangrijk?
19. Waarom is de hoofdoriëntatie ook van belang? 20. Hoe onderzoek je de bijdrage van hoofdoriëntatie?
21. Worden oog- en hoofdbewegingen volledig meegenomen? 22. Gaat localisatie goed tijdens snelle hoofdbewegingen?
23. Beïnvloeden de oren elkaar? Hoe? 24. Welke neurale structuren zijn belangrijk voor oog-hoofd coördinatie?