|
Het blokvormige geluidssignaal
(wat klinkt als een 'zoemer') blijkt uit de Fourieranalyse te bestaan uit een groot
aantal tonen, waarvan de
sterkte systematisch afneemt met de toonhoogte (= de frekwentie), en waarin bovendien
alleen tonen voorkomen die een oneven veelvoud zijn van de repetitiefrekwentie (hier
gesteld op 1) van het blok.
In dit voorbeeld ziet U de eerste vijf tonen die zo'n blokvormige golf opbouwen: de
bijdragende frekwenties zijn resp. 1, 3, 5, 7 en 9 maal de grondfrekwentie van 1/6 Hz,
en hun relatieve sterktes bedragen resp. 1, 1/3, 1/5, 1/7 en 1/9. |